Achter de bergen ligt de zee

Première september 1992 bij Theatergroep Kaspar


met Joep Dorren, Frank Meijers en Willemijn van de Ree / foto Reyn van Koolwijk

Dit toneelstuk is eigenlijk een bewerking van een ander toneelstuk (Leonce en Lena van Georg Büchner voor volwassenen) en een roman (Ik en mijn speelman van Aart van der Leeuw). Prins Leonce uit het land Popo blijft uit verzet tegen zijn vader het liefst de hele dag in bed. Als hij op een dag te horen krijgt dat hij moet trouwen, beseft hij dat de serieuze toekomst die zijn vader hem heeft voorgespiegeld, is begonnen. Samen met zijn vriend Valerio vlucht hij naar het zuiden in de hoop het land van ‘het zoete niets doen’ te vinden. Prinses Lena is op haar beurt diep beledigd als ze hoort dat ze met prins Popo moet trouwen, die ze niet eens kent! Ook zij vlucht. Beide koningskinderen hopen achter de bergen het geluk te vinden. Na een donkere nacht komen ze elkaar tegen zonder van elkaar te weten wie ze zijn en worden op slag verliefd.

Regie                     Maarten Verhoef
Tekst en
dramaturgie           Patricia Kuiper
Spel                       Joep Dorren, Frank Meijers, Willemijn van de Ree
Vormgeving           Frits van Hartingsveldt

(uit eerste bedrijf scène 1)

Leonce Alweer een dag, zonde van de tijd.
Ik weet wat ik over een uur denk.
Over een uur denk ik waarschijnlijk precies hetzelfde als nu.
Mijn leven is zo eentonig als een zak drop en toch blijf ik er van dooreten. …
Voor één keertje, één minuutje maar niet mezelf zijn, de huid van een ander hebben.