Hol Land

Première januari 2000 bij Het Filiaal

website scenefoto 2 Hol land)


Ramses Graus en Pieter van der Sman/ foto Joris van Bennekom

De jeugdboekenauteur Sjoerd Kuyper schreef in zijn boek Een koffer vol verhalen een sprookjesachtig verhaal: De wensen van Gaius. Met toestemming van Sjoerd ging ik met zijn verhaal aan de haal. Het werd de voorstelling Hol land.

Een sprookje over het ontstaan van de Lage Landen. Een man in het Oosten, Caio, zoekt zijn geluk in het Westen. Welgemoed gaat hij op pad, zijn zak vol amandelpitten. In plaats van vruchtbare grond, vindt hij slechts de zee. In een twinkeling op de golven meent hij een vis te ontdekken. Het blijkt een glazen man. Met behulp van de glazen man verwerft hij een lapje grond en hij mag drie wensen doen.
Caio bewerkt zijn akkers en bouwt aan zijn toekomst. De groeiende welvaart van zijn land trekt een stroom bezoekers en daarmee beginnen de problemen. Want Caio, koning Caio inmiddels, houdt zijn rijkdommen liever voor zichzelf.

Regie                  Monique Corvers
Tekst                   Patricia Kuiper
Spel en zang       Ramses Graus, Pieter van der Sman
Muziek                Gabor Tarjan, Sandip Bhattacharya
Vormgeving        Judith van den Berg

 

proloog
Caio Als mijn moeder hier was
Als mijn bron hier was
Als de wind niet alle geuren weg blies
Als mijn ezel hier nog was
Als de grond niet drassig was
Als ik niet bang was voor géén bericht
Als het papier niet stroef was
Als mijn pen niet te krassig was
Als mijn hart niet huiverig was
Als de bloemen hier eens wisten
Als de wegen samenkwamen en niet kruisten
Als wolken spreken konden
Als de regen warm was
Dan was ik hier gelukkig.
Dan sleepte ik stenen
Dan dansten mijn tenen
Dan hief zich mijn hoofd
Dan riep ik Tarlan!
eerste bedrij scène 1
verteller 1 De aarde in zijn land was verschroeid en ver­schraald,
overal was moor­d, ner­gens was nog een gramme­tje troo­st.
Caio Ik nam mijn dorsvlegel mee, het wind­kleed van mijn
moe­der en de zil­ve­ren hamer van mijn gestor­ven vader.
O ja… en ook nog een pen en pa­pier.
Want ik wilde naar huis schrij­ven hoe het mij verging.
Verteller 1 Zijn toekomst was ver te zoeken.
Om hem heen was niets dan vreemde grond.
Caio Alles is mist waar ik ook kijk, waar ik ook loop.
Verteller 1 Hij was zijn vuur kwijt.
Caio Ik heb al dagen lang geen woord ge­zegd.
Ik ken alleen nog de taal van mijn benen.
Weken achtereen heb ik gelopen.
Ik heb geen poot meer om op te staan.
Komt er dan nooit een eind aan het oos­ten?

 

scènefoto 1 Hol land (2)


Pieter van der Sman, Ramses Graus, Gabor Tarjan, Sandip Bhattacharya/foto Joris van Bennekom